Abraham Ortelius feiten voor kinderen

mei 10, 2021
admin

Snelle feiten voor kinderen
Abraham Ortelius

Abraham Ortelius door Peter Paul Rubens.jpg

Abraham Ortelius door Peter Paul Rubens, 1633

Geboren

14 april 1527

Antwerpen, Habsburgse Nederlanden

Gedood

28 juni 1598 (71 jaar oud)

Antwerpen, Spaanse Nederlanden

Nationaliteit

Brabants

Beroep

Geograaf, cartograaf

Bekend om

Bedenker van de eerste moderne atlas; het voorstellen van het idee van continentale drift

Abraham Ortelius (/ɔːrˈtiːliəs/; ook Ortels, Orthellius, Wortels; 14 april 1527 – 28 juni 1598) was een Brabants cartograaf en geograaf, die algemeen wordt erkend als de schepper van de eerste moderne atlas, het Theatrum Orbis Terrarum (Theater van de Wereld). Ortelius wordt vaak beschouwd als een van de grondleggers van de Nederlandse School van Cartografie en een van de meest opmerkelijke vertegenwoordigers van de school in haar gouden eeuw (ongeveer jaren 1570-1670). De publicatie van zijn atlas in 1570 wordt vaak beschouwd als het officiële begin van de Gouden Eeuw van de Nederlandse cartografie. Hij wordt ook verondersteld de eerste persoon te zijn die zich voorstelde dat de continenten werden samengevoegd voordat ze naar hun huidige posities dreven.

De Google Doodle van 20 mei 2018 erkende de inspanningen van Ortelius, met name het Theatrum Orbis Terrarum.

Leven

Ortelius werd geboren in de stad Antwerpen, die toen in de Habsburgse Nederlanden lag (het huidige België). De familie Orthellius was oorspronkelijk afkomstig uit Augsburg, een vrije rijksstad van het Heilige Roomse Rijk. In 1535 was de familie onder verdenking van protestantisme komen te staan. Na de dood van Ortelius’ vader keerde zijn oom Jacobus van Meteren terug uit religieuze ballingschap in Engeland om zich over Ortelius te ontfermen. Abraham bleef in de buurt van zijn neef Emanuel van Meteren, die later naar Londen zou verhuizen. In 1575 werd hij benoemd tot geograaf van de koning van Spanje, Filips II, op aanbeveling van Arias Montanus, die instond voor zijn orthodoxie.

Hij reisde veel door Europa, en is met name bekend om zijn reizen door de Zeventien Provinciën; in Zuid-, West-, Noord-, en Oost-Duitsland (bijv, 1560, 1575-1576); Frankrijk (1559-1560); Engeland en Ierland (1576), en Italië (1578, en misschien twee of drie keer tussen 1550 en 1558).

Begonnen als kaart-graveur, trad hij in 1547 toe tot het Antwerpse Sint-Lucasgilde als verluchter van landkaarten. Hij vulde zijn inkomen aan door te handelen in boeken, prenten en kaarten, en hij reisde onder meer naar de boeken- en prentenbeurs van Frankfurt, waar hij in 1554 Gerardus Mercator ontmoette. Toen hij in 1560 met Mercator naar Trier, Lotharingen en Poitiers reisde, schijnt hij, grotendeels onder invloed van Mercator, te zijn aangetrokken tot een loopbaan als wetenschappelijk geograaf.

Hij overleed in Antwerpen.

Kaartenuitgever

OrteliusWorldMap1570

1570 Typus Orbis Terrarum

In 1564 publiceerde hij zijn eerste kaart, Typus Orbis Terrarum, een achtbladige wandkaart van de wereld, waarop hij de Regio Patalis met Locach aanwees als een noordwaartse uitbreiding van de Terra Australis, die reikte tot aan Nieuw-Guinea. Deze kaart verscheen later in verkleinde vorm in het Terrarum (het enige nog bestaande exemplaar bevindt zich thans in de universiteitsbibliotheek van Basel). Hij publiceerde vóór de verschijning van zijn atlas ook een kaart van Egypte in 1565, een plattegrond van het kasteel Brittenburg aan de kust van de Nederlanden in 1568, een kaart van Azië in 1567 en een kaart van Spanje in zes bladen.

In Engeland had Ortelius onder meer contacten met William Camden, Richard Hakluyt, Thomas Penny, de puriteinse controversialist William Charke, en Humphrey Llwyd, die de kaart van Engeland en Wales zou bijdragen aan Ortelius’ editie van 1573 van het Theatrum.

In 1578 legde hij de basis voor een kritische behandeling van de oude geografie met zijn Synonymia geographica (uitgegeven door de Plantin-pers te Antwerpen en in uitgebreide vorm heruitgegeven als Thesaurus geographicus in 1587 en opnieuw uitgebreid in 1596. In deze laatste uitgave houdt Ortelius rekening met de mogelijkheid van continentale drift, een hypothese die pas eeuwen later juist bleek te zijn).

In 1596 ontving hij van de stad Antwerpen een soortgelijk geschenk als later aan Rubens werd gegeven. Zijn dood op 28 juni 1598 en zijn begrafenis in de kerk van de Sint-Michielsabdij in Antwerpen werden gekenmerkt door openbare rouw. Quietis cultor sine lite, uxore, prole (wat betekent “rustig gediend, zonder beschuldiging, vrouw en kroost”), luidt het opschrift op zijn grafsteen.

Theatrum Orbis Terrarum

Perzische Rijk Abraham Ortelius

Kaart van het Perzische Rijk uit het Theatrum Orbis Terrarum

Op 20 mei 1570 gaf Gilles Coppens de Diest in Antwerpen Ortelius’ Theatrum Orbis Terrarum uit, de “eerste moderne atlas” (van 53 kaarten). Drie Latijnse edities hiervan (naast een Nederlandse, een Franse en een Duitse editie) verschenen voor het einde van 1572; vijfentwintig edities verschenen voor Ortelius’ dood in 1598; en verschillende andere werden daarna gepubliceerd, want de atlas bleef in trek tot ongeveer 1612. De meeste kaarten waren weliswaar reproducties (in het eerste Theatrum geeft Ortelius zelf een lijst van 87 auteurs, in de Latijnse uitgave van 1601 zijn dat er 183), en er zijn veel afwijkingen in de afbakening of de nomenclatuur. Fouten zijn er natuurlijk in overvloed, zowel in de algemene opvattingen als in de details; zo is Zuid-Amerika aanvankelijk zeer onnauwkeurig in grote lijnen, maar gecorrigeerd in de Franse editie van 1587, en in Schotland liggen de Grampians tussen de Forth en de Clyde; maar over het geheel genomen was deze atlas met de bijbehorende tekst een monument van zeldzame eruditie en industrie. Zijn onmiddellijke voorloper en prototype was een verzameling van achtendertig kaarten van Europese landen, en van Azië, Afrika, Tartarije en Egypte, bijeengebracht door de rijkdom en de onderneming, en door bemiddeling van Ortelius’ vriend en beschermheer, Gillis Hooftman (1521-1581), heer van Cleydael en Aertselaer: de meeste hiervan werden in Rome gedrukt, acht of negen alleen in de Zuidelijke Nederlanden.

2756 Prent 16080kopie

Kaart van Vlaanderen uit het Theatrum orbis terrarum, 1574

In 1573 publiceerde Ortelius zeventien aanvullende kaarten onder de titel Additamentum Theatri Orbis Terrarum. Er zouden nog vier Additamenta volgen, waarvan de laatste in 1597 verscheen. Hij had ook een grote belangstelling voor munten, medailles en antiquiteiten en legde er een fraaie collectie aan aan, hetgeen resulteerde in het boek (eveneens in 1573, uitgegeven door Philippe Galle te Antwerpen) Deorum dearumque capita … ex Museo Ortelii (“Hoofden van goden en godinnen… uit het Ortelius Museum”; herdrukt in 1582, 1602, 1612, 1680, 1683 en tenslotte in 1699 door Gronovius, Thesaurus Graecarum Antiquitatum (“Schatkamer van de Griekse Oudheden”, vol. vii).

Het Theatrum Orbis Terrarum inspireerde tot een zesdelig werk getiteld Civitates orbis terrarum onder redactie van Georg Braun en geïllustreerd door Frans Hogenberg met de hulp van Ortelius zelf, die in 1577 Engeland bezocht om zijn vriend John Dee in Mortlake op te zoeken en Braun vertelt dat Ortelius kiezelstenen in scheuren in de Temple Church, Bristol, die werden verpletterd door de trilling van de klokken in de beschrijving op de achterkant van ‘Brightovve’ Kaart 2, Derde editie 1581

Laterere kaarten

Ortelius - Maris Pacifici 1589

Maris Pacifici

In 1579 bracht Ortelius zijn Nomenclator Ptolemaicus uit en begon hij aan zijn Parergon (een serie kaarten ter illustratie van de antieke geschiedenis, sacraal en wereldlijk). Hij publiceerde ook Itinerarium per nonnullas Galliae Belgicae partes (bij de Plantin-pers in 1584, en herdrukt in 1630, 1661 in Hegenitius, Itin. Frisio-Hoil., in 1667 door Verbiest, en tenslotte in 1757 in Leuven), een verslag van een reis door België en het Rijnland gemaakt in 1575. In 1589 publiceerde hij Maris Pacifici, de eerste specifieke kaart van de Stille Oceaan die gedrukt werd. Tot zijn laatste werken behoorden een editie van Caesar (C. I. Caesaris omnia quae extant, Leiden, Raphelingen, 1593), en de Aurei saeculi imago, sive Germanorum veterum vita, mores, ritus et religio. (Philippe Galle, Antwerpen, 1596). Hij hielp ook Welser bij diens uitgave van de Peutinger Tafel in 1598.

In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, heeft Abraham Ortelius, die geen kinderen had, nooit in het Mercator-Orteliushuis (Kloosterstraat 11-17, Antwerpen) gewoond, maar wel in het huis van zijn zuster (Kloosterstraat 33-35, Antwerpen).

Modern gebruik van kaarten

Originelen van Ortelius’ kaarten zijn geliefde verzamelobjecten en gaan vaak voor tienduizenden dollars van de hand. Facsimile’s van zijn kaarten zijn ook bij veel handelaars verkrijgbaar. Een kaart van Noord- en Zuid-Amerika is ook opgenomen in ’s werelds grootste commercieel verkrijgbare legpuzzel, die bestaat uit vier wereldkaarten. Deze puzzel is gemaakt door Ravensburger, meet 6 feet (1,8 m) × 9 feet (2,7 m), en heeft meer dan 18.000 stukjes.

Vermoeden van continentale drift

Ortelius was de eerste die de geometrische gelijkenis tussen de kusten van Amerika en Europa-Afrika onderstreepte, en continentale drift als verklaring voorstelde. Kious beschreef Ortelius’ gedachten als volgt:

Abraham Ortelius stelde in zijn werk Thesaurus Geographicus … voor dat de Amerika’s “van Europa en Afrika werden weggerukt … door aardbevingen en overstromingen” en vervolgde met te zeggen: “De overblijfselen van de breuk openbaren zich, als iemand een kaart van de wereld naar voren brengt en zorgvuldig de kusten van de drie beschouwt.”

Ortelius’ waarnemingen van het naast elkaar bestaan van continenten en zijn voorstel van breuk en scheiding werden herhaald door Alfred Wegener, die in 1912 en in de daaropvolgende jaren zijn hypothese van de continentale drift publiceerde. Omdat zijn publicaties in het Duits en Engels op grote schaal beschikbaar waren, en omdat hij het idee geologisch onderbouwde, wordt Wegener door de meeste geologen gezien als de eerste die de mogelijkheid van continentale drift onderkende. In de jaren zestig van de vorige eeuw werd het geofysische en geologische bewijs voor de verspreiding van de zeebodem op de mid-oceanische ruggen steeds overtuigender voor geologen (b.v. Hess, 1960) en werd de continentale drift definitief vastgesteld als een wereldwijd mechanisme dat nog steeds bestaat. Na meer dan drie eeuwen werd Ortelius’ veronderstelling van continentale drift correct bevonden.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.