2 Samuël 11 Bijbelcommentaar
Volledig Beknopt
Hoofdstuk Inhoud
David’s overspel. (1-5) Hij probeert zijn misdaad te verbergen. (6-13) Uria vermoord. (14-27)
Commentaar op 2 Samuël 11:1-5
(Lees 2 Samuël 11:1-5)
Observeer de gelegenheden van Davids zonde; wat er toe leidde. 1. Verwaarlozing van zijn zaken. Hij bleef te Jeruzalem. Wanneer wij onze plicht verzuimen, zijn wij in verzoeking. 2. Liefde voor gemak: luiheid geeft groot voordeel aan de verleider. 3. Een dwalend oog. Hij had niet, zoals Job, een verbond gesloten met zijn ogen, of, op dit moment, was hij het vergeten. En let op de stappen van de zonde. Zie hoe de weg van de zonde bergafwaarts gaat; wanneer de mens begint kwaad te doen, kan hij niet spoedig ophouden. Let op de verergeringen van de zonde. Hoe kon David datgene in anderen berispen of bestraffen, waarvan hij zich bewust was dat hij er zelf schuldig aan was?
Commentaar op 2 Samuël 11:6-13
(Lees 2 Samuël 11:6-13)
Het toegeven aan de zonde verhardt het hart, en lokt het vertrek van de Heilige Geest uit. Iemand van zijn verstand beroven, is erger dan hem van zijn geld beroven; en hem in zonde trekken, is erger dan hem in welke woordelijke moeite dan ook te trekken.
Commentaar op 2 Samuël 11:14-27
(Lees 2 Samuël 11:14-27)
Verliefdheden geven dikwijls aanleiding tot moorden, en de ene boosheid wordt door een andere trachten te bedekken. Het begin van zonde is zeer te vrezen, want wie weet waar het zal eindigen? Kan een echte gelovige ooit deze weg bewandelen? Kan zo iemand werkelijk een kind van God zijn? Hoewel de genade in zo’n vreselijk geval niet verloren gaat, moeten de zekerheid en de troost ervan worden opgeschort. Al Davids leven, spiritualiteit en troost in de godsdienst zijn zeker verloren gegaan. Geen mens kan in zo’n geval bewijs hebben om tevreden te zijn dat hij een gelovige is. Hoe hoger het vertrouwen van een man is, die in goddeloosheid is verzonken, hoe groter zijn aanmatiging en huichelarij. Laat niemand die op David lijkt in niets anders dan zijn overtredingen, zijn vertrouwen met dit voorbeeld sterken. Laat hij David volgen in zijn verootmoediging, berouw en zijn andere voortreffelijke genaden, voordat hij zichzelf slechts een misleider vindt, en geen huichelaar. Laat geen tegenstander van de waarheid zeggen: Dit zijn de vruchten van het geloof! Neen, het zijn de gevolgen van een verdorven natuur. Laten wij allen waken voor het begin van zelfverheerlijking, en ons verre houden van alle kwaad. Maar met de Heer is er barmhartigheid en overvloedige verlossing. Hij zal geen nederige, boetvaardige gelovige verstoten, noch zal Hij toelaten dat Satan Zijn schapen uit Zijn hand plukt. Toch zal de Heer Zijn volk herstellen, op zulk een wijze dat Zijn afschuw van hun misdaden zal blijken, om allen die Zijn woord in acht nemen, te beletten de bemoedigingen van Zijn barmhartigheid te misbruiken.